Saltar al contenido

COFADEH to participate in Inter-American Commission on Human Rights Hearings in DCDEH to participate in Inter-American Commission on Human Rights Hearings in DC

octubre 25, 2010

Lawyer Kenia Oliva and human rights activist Mery Agurcia will represent the Committee of Relatives of the Detained-Disappeared in Honduras (COFADEH) in three Inter-American Commission on Human Rights hearings on October 25th and 26th in Washington, DC: Protective Measures, Freedom of Expression, and Criminalization of Human Rights Defenders.

In a radio interview by the Voices Against Forgetting (Voces contra el olvido) program, Kenia Oliva explained: “We will follow up on the case of protective measures, report on the state of freedom of expression, and denounce the criminalization of human rights defenders. We are taking well-documented case files to demonstrate that human rights violations are still occurring. The State has even criminalized human rights defenders. In this situation of legal uncertainty, the Office of the Public Prosecutor itself, which would be the institution responsible for protecting and cooperating with human rights defenders in terms of investigating human rights violations, is instead criminalizing defenders, initiating criminal charges against them.”

Kenia Oliva will also take advantage that “while in Washington, on October 26th, the time limit to respond to the Inter-American Commission on Human Rights regarding the case of ‘The Six Students’ is up. COFADEH was involved in a process of an “Amicable Settlement with the State.” In 2008, the government of President Zelaya had enacted an Executive Decree in which the government committed to starting a National Program of Reparations for Victims of Human Rights Violations during the 1980s. However, the Office of the Public Prosecutor opposed its creation, arguing that it was excluding. Thus, COFADEH decided not to pursue the “Amicable Settlement” and to instead to follow the formal case proceedings before the Inter-American Commission on Human Rights.”

The case of ‘The Six Students’ dates back to 1982, when army soldiers kidnapped six students – Milton and Marlen Jimenez Puerto, Gilda and Suyapa Rivera Sierra, and Edwin and Adan Guillermo Lopez Rodezno – and tortured them for four days. In July 1995, the Special Attorney for Human Rights, Sonia Dubon, accused ten military officials with attempted murder and illegal detention in connection with the “temporary disappearance” of the students. Among the accused military officials were Raymundo Alexander Hernandez and Billy Joya Amendola, who both currently live in total impunity.

Translated from Spanish by Sandra Cuffe

Kardinaal Rodriguez die mee aan de wieg stond van staatsgreep in Honduras overhandigt driejaarlijkse prijs van Caritas Internationaal in Brussel

octubre 13, 2010

 

Op 14 oktober komt Kardinaal Oscar Andres Rodriguez Maradiaga, aartsbisschop van Tegucigalpa (Honduras) en voorzitter van Caritas International, naar Brussel. Volgens het persbericht (1) van Caritas International is er na een bezoek aan Caritas Europa om 11 uur een onderhoud gepland met Europees President Herman Van Rompuy in het kader van het Europees Jaar van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting.

Zij zullen het samen hebben over de beleidsvoorstellen die de Caritasorganisaties via hun campagne “zero poverty” naar voren schuiven. Verder zal hij een betoog houden in aanwezigheid van prinses Astrid dat handelt over onze politieke en morele verantwoordelijkheid om de menselijke waardigheid in het centrum van het debat voor meer sociale rechtvaardigheid te plaatsen en zo komaf te maken met het schandaal van de armoede.

Tot slot van de academische zitting zal hij de tweede Prijs Caritas International-Deckers overhandigen. Het is een driejaarlijkse prijs van 75.000 euro die bestemd is voor een persoon of een organisatie die zich onderscheidt binnen een van de werkterreinen van Caritas International (noodhulp, ontwikkelingshulp en opvang en begeleiding van niet- EU-migranten).

Klinkt allemaal zeer waardig en nobel moest het niet zijn dat deze zelfde Kardinaal Oscar Andres Rodriguez Maradiaga éen van de eerste hoogwaardigheidsbekleders was die zich repte om te ontkennen dat er een staatsgreep plaats vond in Honduras op 28 juni 2009 . Letterlijk zei hij toen het volgende over de afzetting en uitwijzing van de grondwettelijk verkozen president Zelaya: «Dit is geen staatsgreep . De stappen die ondernomen werden zijn diegene die voorzien zijn in de grondwet”.(2) Tot op de dag vandaag blijft hij bij dit standpunt en ontkent hij dat mét de staatsgreep en het daaropvolgend de facto regime van Micheletti grote schendingen tegen de mensheid gepaard gingen . Tot nu toe zijn hier al ontelbare goed gefundamenteerde rapporten over gepubliceerd door mensenrechtenorganisaties en internationale instellingen zoals de VN en CIDH.

Maradiaga wordt ondertussen door een groot deel van de katholieke bevolking van Honduras uitgespuwd en geniet veel minder erkenning en geloofwaardigheid als voorheen. Maradiaga werd in het verleden steeds naar voren geschoven als één van de mogelijke pausopvolgers, iets wat hij nu ( hopelijk toch !) wel kan vergeten vanwege zijn ambigue rol in het consolidatieproces van de staatsgreep in Honduras.

Alhoewel Maradiaga internationaal als progressief beschouwd wordt binnen de katholieke kerk is hij dat voor mensenrechtenactivisten in Honduras zeker niet. Maradiaga is in mensenrechtenkringen zeker geen onbeschreven blad en hij wordt en wérd dan ook al meermaals in verband gebracht met de doctrine van (3) de nationale veiligheid van de jaren ’80 die gedwongen verdwijningen van studenten, mensenrechtenactivisten, vakbondsmilitanten, boerenleiders etc met zich meebracht. Volgens priester Fausto Milla 1, die als gevolg van de staatsgreep het land moest verlaten, werd de medeplichtigheid of medeweten van de rechtse kerk zeer duidelijk waar het gaat over het bloedbad van Río Sumpul op 14 de mei 1980. Het is bijna onmogelijk niet te zien hoe de militaire acties in plaats van tegengehouden eerder vegemakkelijkt werden door de rechtse krachten binnen de kerk. Rodriguez was op dat moment bisschop van het bisdom van Santa Rosa de Copan. Hij ontmantelde heel de structuur van pastorale hulp aan de armen en hun strijd tegen onderdrukking die op poten werd gezet door zijn linkse voorganger José Carranza. (4) Volgens Fausto Milla lijkt Kardinaal Rodriguez dan ook eerder op een kolonel zonder epaulet dan op een pastoor! Dat zei hij al in 1980 en herhaalde hij nog eens net voor hij gedwongen het land moest verlaten en in ballingschap naar El Salvador vertrok afgelopen juli. (5)

Volgens verschillende berichten die aan het licht kwamen maanden na de staatsgreep nam Rodriguez deel aan verschillende vergaderingen in Tegucigalpa in de dagen voorafgaand aan de staatsgreep van 28 juni 2009. Ondertussen is bevestigd dat deze ook bijgewoond werden door de autoriteiten van het parlement en het hooggerechtshof alsook de Amerikaanse ambassadeur, Hugo Llorens, en andere vertegenwoordigers van het State Department van de VS. (6)

Een paar dagen na de staatsgreep verscheen Rodriguez op de nationale televisiezenders waar hij een verklaring voor las van de bisschoppenconferentie waarin deze de staatsgreep ondersteunde. Tijdens deze verklaring zei Rodriguez ook nog dat het vervelend zou zijn moest de grondwettelijke president Zelaya terugkeren omdat dit dan wel eens een bloedbad zou kunnen veroorzaken. (7)

Rodriguez speelde hierbij handig in op de gevoelens van angst en onzekerheid die er die dagen heersten in het land . Het gevolg was dat i.p.v. verzoening te betrachten, wat een kardinaal waardig zou zijn, hij op dat moment vertwijfeling en geweld zaaide .

Het Nationaal Front van Volksverzet wist dit echter eerder positief aan te wenden en in haar vormingssessies laat ze de mensen bewust worden van de dominerende en overheersende macht van de kerk . Dit heeft in het gehele land voor minder kerkgangers gezorgd maar voor eens zoveel militante activisten die ijveren voor echte sociale rechtvaardigheid die stilaan maar zeker uitmondt in een Uitgebreid Front als sociaal en politiek alternatief.

(1) http://www.caritas-int.be/nl/index.html

(2) http://www.cronica.com.mx/nota.php?id_nota=445048: Rodriguez: “No es un golpe de Estado. Los pasos dados son los previstos por la Constitución»

(3) Achtergrondinfo over de doctrine van nationale veiligheid in de jaren 80: The United States’ Anti-Democratic Pattern in Honduras

http://www.progressive.org/node/133028

(4) Wie is Padre Fausto Milla?:

http://www.derechos.org/nizkor/honduras/doc/milla.html

(5) Diario Tiempo, edición de 21 de enero de 1982. Pág. 8

(6) Ondertussen is hij terug naar Honduras gekeerd.

(7) http://www.kaosenlared.net/noticia/washington-golpe-estado-honduras-aqui-estan-pruebas

(8) http://www.hondurasmorazanica.info/2009/07/cardenal-rodriguez-en-los-80-complice.html

Repression’s Reward in Honduras? Dinner with Obama

octubre 4, 2010

Why is the U.S. still supporting a repressive regime in Honduras? While Secretary of State Clinton continues to insist that democracy is marching forward in Honduras, President Porfirio Lobo’s ongoing coup government has been escalating its violent attacks against peaceful demonstrators, opposition radio stations, and critics. Repression under Lobo has now achieved levels equal to those after Roberto Micheletti took power in the June 28, 2009 coup. Lobo’s reward: dinner at the White House this week.

The details are chilling, and bald. On Wednesday, September 15 — Independence Day, for Hondurans — police and the military brutally broke up an opposition demonstration in San Pedro Sula, the country’s second largest city. First troops broke into the entrance to Radio Uno, the only opposition radio station in the city, lobbed tear gas into its windows, trashed its offices, and very deliberately destroyed a popular statue of deposed former President Manuel Zelaya. Ten minutes into a concert in the Central Park, police suddenly stormed the stage and destroyed the instruments of all three musical groups ready to perform. At the same time, amidst clouds of tear gas and other chemicals, troops turned viciously on the peacefully gathered demonstrators, grabbing people randomly and beating them with batons. Officers beat up teenagers in a high school drum corps; they smashed all the windows and lights of a union-owned pickup truck parked nearby; an elderly man selling lottery tickets died of the tear gas.

Ever since Porfirio «Pepe» Lobo came into office as President of Honduras in January, after a fraudulent election from which opposition candidates withdrew, he’s been testing what he and the nation’s elites can get away with, gradually unleashing more and more violence against the opposition. On August 13 police violently attacked peaceful demonstrators in Choloma with tear gas, brutal beatings with batons, and further beatings while in detention. When teachers marched in the capital, Tegucigalpa, on August 26 and 27, they were met with tear gas, batons, and even live ammunition.

Paramilitary-style assassinations and death threats against trade unionists, campesino activists, and feminists active in the opposition continue unabated, with complete impunity. Last Friday night, September 17, gunmen shot and killed Juana Bustillo, a leader in the social security workers’ union. Nine journalists critical of the government have been killed since Lobo took office. On September 19 in Tegucigalpa, unknown assailants shot at Luis Galdamez, a prominent opposition radio and TV commentator, as he entered his home with his young son. The police wouldn’t even show up for an hour and a half.

Although many in the U.S. press still cast the Honduran opposition as merely supporters of deposed President Manuel Zelaya, they are united by a far deeper vision that hopes to address the country’s overwhelming poverty and break the lockdown of the oligarchs on its political system and economy. The resistance has so far collected 1,346,876 signatures (out of a country of 7.8 million) calling for a constitutional convention through which to refound Honduran society.

The opposition is also trying hard to stop a wave of economic aggression against its already impoverished working people. It is demanding that Lobo finally declare a new minimum wage, as he has been legally mandated to do for months now. It is also trying to stop a draconian reformation of the country’s basic labor law, that will not only destroy full-time, permanent employment — which in turn, is legally necessary for workers to form unions — but allows employers to pay 30% of what they they owe employees not in actual money but in company scrip — with its value set by the company.

President Lobo persists in cloaking his repressive military-led rule by calling it a «government of national reconciliation.» All the repression, in his fictional world, is just common crime. Yes, common crime, much of it gang-led, is hideously rampant in Honduras. But it flourishes in the ripe climate of mass poverty the Honduran oligarchs foster; and it doesn’t account for the selective assassinations of opposition activists and journalists, over and over. And Lobo, of course, not the gangs, is the one ordering the police to attack demonstrations and countenancing paramilitary assassinations.

The Obama administration supports this chilling regime one hundred percent. Military aid has been fully restored. The International Monetary Fund on September 10 announced an additional $196 million loan to Honduras. Preposterously, just Lobo launched the tear gas on Independence Day in Honduras, Hillary Clinton praised once again its «resumption of democratic and constitutional government.»

Rather than extol Lobo, send him more and more guns and funds, and invite him a gracious dinner with other presidents visiting the United Nations, Obama should cut all ties with the regime and stop pressuring the Organization of American States to re-admit Honduras. The White House should heed a letter currently circulating in Congress, sponsored by Representative Sam Farr, and cut all military aid. And please, no dinners legitimating repressive, fraudulent thugs.

Public Letter for the presence of Porfirio Lobo Sosa in the General Assembly of the United Nations

septiembre 21, 2010

 

 

 Public Letter for the presence of Porfirio Lobo Sosa in the General Assembly of the United Nations

Tegucigalpa, M.D.C., September 20, 2010.

Mr. Ban Ki Moon.

General Secretary of the United Nations

New York, United States of America

Estimated General Mister Secretary:

With date June 30, 2009, the General Assembly of the United Nations issued unanimously a resolution that establishes the following:

1.-Condemnation of the coup d’état in the Republic of Honduras that interrupted the democratic and constitutional order in Honduras, the legitimate exercise of power, and has deposed Jose Manuel Zelaya Rosales from office, who is  the legitimately elect president of this country.

2.-Demanding of the immediate and unconditional restoration of the legitimate and constitutional Government of the president of the republic Jose Manuel Zelaya Rosales and the legal authority established in Honduras

3.-Resolves to make a general calling to all the Governments of the world not to recognize any other Government that is not that of the constitutional president Jose Manuel Zelaya Rosales

4.-It expresses the determined support to the regional efforts in order with chapter 8 of the United Nations General Letter directed in solving the political crisis in Honduras and requests the secretary general to report opportunely on the development of the events of this country.

General Secretary this resolution is still in force, as also is the continuity of the coup d’état in the country; therefore the invitation to Porfirio Lobo Sosa, de facto president of Honduras, to the 65th United Nations Assembly is contradictory with the spirit of the above mentioned resolution.

While Porfirio Lobo Sosa appears before this world forum arguing his efforts for advancing in the respect to human rights, political dialogue, reconciliation and national unit, in reality during the course of his regime the violations have increased with cruelty and sadism to human rights, and also have increase the political intolerance and political crimes of different types.

Undoubtedly, Lobo will not inform before this assembly that in the previous week the repressive forces of the State and paramilitary groups murdered a rural leader, killed a union leader and tried to murder a journalist. On September 15 they attack a massive mobilization in San Pedro Sula that was taking place because of the commemoration a new anniversary of our independence, the installation of the New National Constitutive Assembly and the return of ex-president Manuel Zelaya Rosales to whom a sure return is not guaranteed to the country.

During the pacific mobilization in San Pedro Sula, police and military forces attack with rubber bullets and hundreds of tear gas bombs, one of the participants died for the inhalation of toxic gases; almost a hundred of participants were fractured and imprisoned, the equipment of Radio Uno was destroyed (this radio supposedly has special protection measures by recommendation of the Inter-American Commission on Human Rights – IACHR), while they were transmitting live the acts of repression. The repressive force also destroyed all the musical instruments of the group Café Guancasco that were playing as the cultural agenda of the pacific demonstration. All these facts, as well as the happened ones since June 28, 2009, remain in total impunity.

In consequence, the Frente Nacional de Resistencia Popular – FNRP (National Front of Popular Resistance) and organizations of human rights that sign this PUBLIC LETTER, respectfully protest the invitation that has been done to Lobo Sosa and reject his presence in this forum constituted to guarantee the democratic freedoms, the fundamental freedoms and the human rights.

Atentamente,

FRENTE NACIONAL DE RESISTENCIA POPULAR (National Front of Popular Resistance)                                

COMITÉ DE FAMILIARES DE DETENIDOS DESAPARECIDOS EN HONDURAS       (Committee of relatives of the detained, disappeared and killed in Honduras)              

 

FIAN – HONDURAS (FoodFirst Information and Action Network – Honduras).

                                       

CENTRO DE DERECHOS DE MUJERES CDM (Center for Women Rights)

Refounding Independence Day

septiembre 21, 2010

What would press coverage be like if 16% of the US population called for a new constitutional convention? Don’t you think there would be analysis, coverage of rallies calling for constitutional reform, and more?

This week in Honduras, the equivalent happened: in a country with an estimated population of 7.8 million, 1.26 million signatures were gathered on petitions to begin the process of writing a new constitution. But don’t hold your breath waiting for this to be covered by the mainstream media.

Even in Honduras, only El Tiempo actually reported this development fully. Other newspapers chose only to mention that the Frente de Resistencia had called for marches, always in the context of reporting that security minister Oscar Alvarez was prepared, as he said, to prevent any vandalism, with 3000 police deployed in Tegucigalpa.

The marches called for are counter-demonstrations to the annual observance of September 15, celebrated throughout Central America as the anniversary of Independence from Spain in 1821. This year, September 15 was also the deadline chosen by the Frente Nacional de Resistencia Popular for the completion of its drive to obtain 1.25 million signatures on a petition for a national constitutional assembly, the asamblea constituyente. In linking the two, the Frente advanced a powerful symbolic claim to following in the footsteps of Honduras’ founding fathers.

According to the announcement by Eulogio Chávez, president of the Colegio de Profesores de Educación Media de Honduras (COPEMH), and attorney Rasel Tome, who have been supervising counting of the signed petitions at the office of the beverage workers’ union (STIBYS), on Sunday the count reached 1,269,142 signatures. This set the Frente to proceed to mark the anniversary of Independence Day as the beginning of the next phase of their campaign for a constitutional assembly, with a call for nation-wide demonstrations and marches apart from the official celebrations of Independence Day.

In Honduras, whose flag still features a star for each of the countries that once made up the República Federal de Centroamérica, Independence Day is marked particularly by marches by school children who for weeks before have practiced, accompanied by children’s marching bands, literally bandas de guerra or military bands, drum corps beating rhythms more appropriate to the armed forces than schools.

This is a festival of nationalism exhibiting a melange of symbols of identity that makes me, as an anthropologist, want to spend pages in thick description.

So to spare you that, take a look at how Wikipedia describes the annual celebration:
Honduras Independence Day festivities start early in the morning with marching bands. Each band wears different colors and features cheerleaders. Fiesta Catracha takes place this same day: typical Honduran foods such as beans, tamales, baleadas, [yuca] with chicharron and tortillas are offered.

The mobilization of children of all ages, from kindergarten to secondary school, in cities across the country, makes September 15 one of those national expressions that becomes a part of the unexamined embodied knowledge that anthropologists identify as the most powerful means for the reproduction of culture. That’s what September 15 is ultimately about: children learning that they are part of a national whole through persistent participation, so that as adults they don’t even think to question the national myths. What the Frente is seeking to do is push a wedge into that unexamined knowledge, and gain the attention of Honduran society, to open up the possibility of deliberate, consciously considered change in the charter of government.

On this anniversary of Honduras’ first foray into self-governance, it is underlining that the call for a constituyente is neither a call for anarchy nor for dictatorship.

The basic questions anyone might have about how, under existing Honduran law, such a process might be initiated are simple enough that they could be addressed in straightforward prose in a series of pamphlets, described on the website Revistazo.

This series was published by a group of religious organizations dedicated to community service, the Organismo Cristiano de Desarrollo Integral de Honduras (Christian Development Organization of Honduras, OCDIH), CARITAS, the Instituto Ecuménico Hondureño de Servicios a la Comunidad (Honduran Ecumenical Institute of Community Services, INESHCO), and Radio Santa Rosa (the radio station of the Santa Rosa diocese). It is a reminder that support for debate about Honduran governance is not, as authorities in Honduras and the US would like to insist, a project of extremists.

If there ever emerges serious discussion of the signature drive for the constitutional assembly in English media, we can expect that the news media will attempt to minimize the achievement. After all, 16% of the population is not a majority. But recall my first analogy: the equivalent in the US, given the 2010 census population estimate of 308 million people, would be more than 49 million people. As another comparison: in January of this year, Gallup reported that nationally, only 27% of US voters identified as Republican; yet no one would argue that Republicans can, or should be, ignored in national policy debates.

International commentators (if they ever pay attention) are also likely to argue that the number is of unknown (or questionable) reliability, because the count was kept by adherents of the cause. This, in fact, is one of the most apparent reasons that the coup d’etat against Manuel Zelaya had to take place on June 28, 2009, to prevent any assessment of the level of support for a constitutional assembly to take place under governmental supervision, even by a government whose credibility had been systematically undermined by media editorializing.

And if, working on a grass-roots level without government or international NGO support, the signature campaign was able to achieve this level of participation, perhaps we have a better idea of what the authors of the coup did not want the world to know: that disillusion with the present form of Honduran government has reached a significant level, one that would need to be taken into account in a truly democratic society.

Which is one thing September 15 is without a doubt about: the first steps taken in Honduras toward government by the Honduran people. Which makes it a good date to take another step along that long road.

This articles comes from Honduras Culture and Politics blog by RAJ – Refounding Independence Day

Zelaya sworn in as Representative of Honduras in PARLACEN

septiembre 21, 2010

The television station Cholusat Sur reports that ex-President Manuel Zelaya has already been sworn in as a member of PARLACEN (the Central American Parliament) in Guatemala City, according to sources within the Honduran resistance movement.
Manuel Zelaya Rosales is the representative for Honduras to the Central American Parliament. Moments ago, the president of PARLACEN swore him in at the headquarters of that organization in Guatemala City.

At this moment, according to Cholusat Sur, Zelaya is surrounded by national and international press covering the event.

Cholusat Sur informs that this swearing in is an act of recognition of President Zelaya.

At this very important moment in the life of the [former] head of state, he is accompanied by his wife Xiomara Castro de Zelaya.

At the same time, media reports inform that this seat had been coveted by the leader of the coup d’etat in Honduras, Roberto Michelleti.

Esdras Amado López, Director del Medio, says this act is a blow to the golpista; a slap in the face of the coupmongering usurper.

In Cholusat Sur one can hear President Zelaya in the background promising to speak to the Honduran station. «It will be my pleasure,» he stated.

Taken from Zelaya sworn in as Representative of Honduras in PARLACEN

Translation by Adrienne Pine

Weer een vakbondsleidster vermoord in Honduras

septiembre 21, 2010
Juana Bustillo, de voorzitster van de vakbond van het Hondurese Instituut voor Sociale Zekerheid (SITRAIHSS) van de noordelijke regio San Pedro Sula werd in de nacht van 17 september doodgeschoten in de wijk El Roble.

DeWereldMorgen.be -

 

Bustillo bleef vrijdagavond tot half acht aan het werk op het hoofdkantoor samen met twee andere vakbondsactivisten. Ze verlieten samen het gebouw en reden in haar rode pick-up truck via de  noordelijke boulevard naar de volkswijk El Roble waar zij halt hield bij een mini-supermarkt. Toen ze uitstapte, werd ze benaderd door een figuur die van dichtbij drie kogels op haar afvuurde. Hierna rende hij weg naar een vluchtauto die achter Bustillo´s pick- up truck geparkeerd stond.

Haar twee collega’s brachten haar in allerijl naar het ziekenhuis, maar alle hulp kwam te laat. Om half negen werd ze klinisch dood verklaard. Juana Suyapa Bustillo was 49 jaar oud en werkte al twintig jaar voor het Instituut voor Sociale Zekerheid waarvan twaalf jaar als vakbondsafgevaardigde.

Op 3 februari 2010, werd ook Vanessa Janeth Zepeda Alonso, een 29-jarige verpleegster werkzaam in een ziekenhuis van de Sociale Zekerheid in Tegucigalpa en ook lid van SITRAIHSS vermoord. Op 16 juli werd het hoofd van inkoop voor het Instituut voor Sociale Zekerheid, Lenin Augusto Guevara  en zijn familie beschoten in de  buurt van Jardines del Valle. Hierbij kwamen zijn vrouw en kind van amper drie jaar om het leven.

SITRAIHSS wordt als één van de meer strijdvaardige vakbonden beschouwd in het syndicale landschap van de overheidssector  in Honduras Vorige week waarschuwde de vakbond nog dat ze zou overgaan tot algemene vergaderingen – wat in Honduras zoveel betekent als stakingen – tegen de aan de gang zijnde ‘outsourcing’ van de sociale zekerheid. 

Het zijn maar enkele voorbeelden van de vervolging waar militanten, activisten en leiders van de vakbonden onder te lijden hebben in het Centraal-Amerikaanse land waar vorig jaar een staatsgreep plaatsvond die de democratisch verkozen president Manuel Zelaya het land uit zette. 

Ook in het nieuwe rapport van de wereldvakbond IVV over de fundamentele arbeidsnormen in Honduras dat deze maand gepubliceerd werd, worden de ernstige schendingen van de rechten van werknemers aangehaald.

Hoewel vrijheid van vereniging  erkend wordt door de wet zijn er vele juridische beperkingen en in de praktijk is het zeer moeilijk voor werknemers om dit recht uit te oefenen en om zich vrij te organiseren. Het recht op collectieve onderhandelingen bestaat, maar in de praktijk staan de meeste werkgevers zeer afwijzend tegenover collectieve onderhandelingen.

Het stakingsrecht wordt erkend, maar vaak beperkt en daden van discriminatie tegen vakbondsleden blijven ongestraft. De nationale arbeidswetten zijn ook van toepassing op de vrijhandelszones,  maar het organiseren van vakbonden is er veel moeilijker en gevaarlijker.

In de nasleep van de coup van vorig jaar moesten vrijwel alle vakbondsactiviteiten opgeschort worden. De vakbonden leden onder talrijke aanslagen waarbij minstens 12 vakbondsmensen werden gedood, aldus het IVV-rapport.

Ook nog volgens het IVV- rapport onderdrukt het huidige regime van  Porfirio Lobo op systematische manier de vakbondsactie door gebruik te maken van buitensporig geweld, ook tegen politieke  tegenstanders die verenigd zijn in het Nationaal front van Volksverzet onder leiding van de drie grote vakbondscentrales.

18 werknemers omgebracht in schoenfabriek in Honduras

septiembre 8, 2010
Dinsdag 7 september werden ten minste 18 arbeiders van een schoenenfabriek in het noorden van Honduras koelbloedig vermoord tijdens de werkuren. Dat meldde de Hondurese nationale politie op woensdag. Het bloedbad gebeurde in de stad San Pedro Sula. De moordenaars behoren tot een nog onbekende groep gewapende mannen.

DeWereldMorgen.be -  

Hondurese politieagenten bewaken de ingang van de schoenenfabriek

Het hoofd van de nationale politie in San Pedro Sula, Hector Mejía, zei dat de slachtoffers allen jonge mannen zijn van 17 tot 24 jaar oud die werkzaam waren bij het schoenenbedrijf.

TeleSUR-correspondent voor Honduras, Regina Osorio, zei in een eerste telefonisch contact dat de autoriteiten tot nu toe niet meer informatie hadden over de daders.“Tot dusver is de politie er blijkbaar niet in geslaagd om meer informatie te verzamelen die zou kunnen bijdragen tot de opheldering van wie achter deze slachting zou zitten.“ Osorio zei dat er naast de 18 doden, ook minstens vijf gewonden waren die naar hospitalen werden vervoerd. “Ze verkeren nog tussen leven en dood”, zei de TeleSUR-correspondent.

Mejia, hoofd van de politie, verklaarde dat – zover bekend is – de moord werd gepleegd door gewapende mannen die per auto arriveerden en daarmee ook van de misdaadplek konden wegvluchten. Over hun identiteit of een mogelijk motief voor de moorden bleef hij vaag. ”We hopen dat we in de kortst mogelijke tijd meer duidelijkheid krijgen over wat er werkelijk is gebeurd”, voegde hij er nog aan toe.

De plaatselijke politie vermoed dat het om drugsgerelateerd geweld gaat. In San Pedro Sula vechten drugsbendes al jaren met geweld een strijd uit om de controle over verkooppunten.

De beruchte Hondurese bendes Mara Salvatrucha en Mara 18 zijn beide in de stad actief. Deze bendes worden verantwoordelijk gehouden voor tweederde van alle moorden, drugs- en wapenhandel in Honduras.

De Belgische NGO Wereldsolidariteit, die nauw samenwerkt met partners in Honduras, vraagt met aandrang opheldering over het bloedbad. Vooral de vakbonden willen duidelijkheid. Is de aanslag tegen de werknemers van de schoenenfabriek geen gemaskeerde  strafmaatregel tegen de voorbereiding van de algemene staking door het Hondurese volksverzet FNRP?

Of was het misschien een vergelding als gevolg van de burgerstaking die dinsdag op vele plaatsen in het land met succes werd gehouden? Veel vragen blijven momenteel onbeantwoord.

Volksverzet Honduras kondigt burgerstaking aan voor 7 september

septiembre 7, 2010

 

FNRP roept op tot een nationale burgerstaking op dinsdag 7 september.

 
Deze ‘ burgerstaking ’ is een prelude op de algemene staking die werd aangekondigd door de vier vakbonden. Dat zei Juan Barahona, plaatsvervangend algemeen coördinator van het Front van Volksverzet (FNRP) en tevens algemeen secretaris van de Verenigde Federatie van Werknemers van Honduras FUTH. 
 
Een burgerstaking (paro civico) is te vergelijken met een actie ‘dode stad’. Geen winkels die de deuren openen, lege straten, etc… Dit in tegenstelling tot een arbeidsstaking (paro general).

Aandacht voor dringende eisen

Met de burgerstaking vraagt het volksverzet met aandrang aandacht van de overheid voor o.a de aanpassing van het minimumloon, tegen de goedkeuring van wetsbesluiten binnen het kader van een anticrisisbanenplan en van een publiek-private investeringswet.
 
Daarnaast vraagt het verzet ook garanties dat natuurlijke hulpbronnen, zoals rivieren, niet zouden worden geprivatiseerd.

Het FNRP verklaarde dat deze nationale burgerstaking van dinsdag op geen enkele manier de algemene staking vervangt waarvoor naast een nationaal centraal stakingscomité ook reeds regionale comités gevormd werden in het zuiden en het noorden van het land.
 
Het centrale comité van de Algemene Staking bestaat uit de unitaire Confederatie van werknemers van Honduras (CUTH), de Confederatie van de werknemers van Honduras (CTH), de Algemene Confederatie van de Werkenden (CGT), het collectief van Hondurese vrouwen (Codemuh), het Volksblok (Bloque Popular), de Gecoördineerde Unie van Bananenwerkers (Cosiba), middelbare en universitaire studenten, en andere leden van de Hondurese civiele samenleving waaronder natuurlijk ook de leden van het Nationale Front van Volksverzet.
 

Algemene vergadering beslist

De beslissing voor de burgerstaking van 7 september werd genomen op maandag 30 augustus tijdens een open algemene vergadering, die door iedereen kon worden bijgewoond, zonder enige voorwaarde van vertegenwoordiging.
 
Verzetscoördinator Barahona legde er tijdens deze vergadering ook sterk de nadruk op dat de geplande actie een herhaling betekent van de uitdrukkelijke afwijzing door het FNRP van het regime van president Porfirio Lobo Sosa. Die kwam in 2009 aan de macht na de staatsgreep tegen de grondwettelijk verkozen president Manuel Zelaya.

Carlos H. Reyes algemeen secretaris van Stibys , één van de meest militante vakbondsorganisaties van het verzet, verklaarde dat het op het eerste gezicht lijkt alsof Honduras te maken heeft met sociale conflicten, maar dat dit in essentie politieke conflicten zijn als gevolg van de verscherping van de klassenstrijd.

Edgardo Casaña – vakbondsleider van de onderwijssector (Coprumh) – gebruikte hetzelfde criterium door uit te leggen dat de regering-Lobo tracht het verzet te verdelen door individuele onderhandelingen aan te knopen met verschillende sectoren die lid zijn van het Frente.
 
De afgelopen weken was dit onder meer het geval met de unie van  leerkrachten en de boeren die georganiseerd zijn in de Verenigde Boerenbeweging MUCA Aguan.
 
In scherp contrast hiermee staat het feit dat de vakbondsleiders uit de onderwijssector hun onvoorwaardelijke steun voor zowel de burgerstaking als voor de algemene staking hebben uitgesproken, ook na de voorlopig afgelopen onderhandelingen van vorige week.
 
De onderwijssector is zeer op zijn hoede opdat er geen letter van het akkoord wordt verdraaid of ondermijnd. Gebeurt dat wel, dan komen de vakbondsmilitanten onmiddellijk terug op straat, verklaarde Jaime Rodriguez, secretaris van de vakbond van de leerkrachten uit het secundair onderwijs. 
 

Mensen moeten zichzelf organiseren

Carlos H. Reyes riep de mensen op om zichzelf te organiseren daar het verzet geen middelen heeft om zich over heel het land te gaan verplaatsen.
“Het is niet nodig te wachten tot zogenaamde briljante koppen in je eigen gemeenschap komen vertellen wat je te doen staat. Dit kunnen jullie zelf!“

Reyes legde ook nog uit dat vóór de invoering van het neoliberale model in het land er meer werknemers in de privéondernemingen dan in de overheidssector aangesloten waren bij een vakbond.
 
Nu is het net omgekeerd. Er zijn meer vakbonden actief in de openbare sector omdat de vakbondswerking vernietigd en zo goed als verboden werd binnen het privébedrijfsleven. Dit gebeurde vooral in de vrijhandelszones waar ze al jaren op een loonsaanpassing wachtten.

Het Nationaal Front van Volksverzet (FNRP) roept ook op tot een nationale mobilisatie op 15 september. Dat valt samen met de viering van de 189ste verjaardag van de onafhankelijkheid van Spanje.
 
Die dag zal ook het aantal handtekeningen worden bekend gemaakt die verzameld werden ter ondersteuning van de organisatie van de grondwettelijke vergadering. De kaap van één miljoen werd begin deze week bereikt.
 
Ellen Verryt
 
Ellen Verryt is regioverantwoordelijke Latijns-Amerika bij de NGO Wereldsolidariteit. Zij woonde enkele jaren in Honduras.

/DeWereldMorgen.be -

FNRP roept op tot een nationale burgerstaking op dinsdag 7 september

septiembre 2, 2010

Het Nationale Front van Volksverzet  kwam dinsdag   samen en riep op tot een nationale burgerstaking op 7 september.

Deze ‘ burgerstaking ’ is een prelude op de algemene staking aangekondigd door de vier vakbonden, zei de plaatsvervangend algemeen coördinator van het Front  – tevens  algemeen secretaris van de Verenigde Federatie van Werknemers van Honduras FUTH – Juan Barahona. Een burgerstaking (paro civico)  is te vergelijken met een dode stad; geen winkels die open zijn, lege straten, etc… Dit in tegenstelling  tot een arbeidersstaking (paro general) .

De burgerstaking vraagt met aandrang aandacht van de overheid voor o.a de aanpassing van het minimumloon, is gericht tegen de goedkeuring van wetsbesluiten binnen het kader van een Anti- crisis banenplan en van een Publiek Private Investeringswet. Daarnaast vraagt ze ook garanties voor de niet-privatisering van natuurlijke hulpbronnen, zoals de rivieren .

Het FNRP verklaarde dat deze nationale burgerstaking op geen enkele manier de algemene staking vervangt waarvoor  naast een nationaal centraal stakingscomité ook reeds regionale comités gevormd werden in het Zuiden en het Noorden van het land. Het Centrale Comité van de Algemene Staking bestaat uit de unitaire Confederatie van werknemers  van Honduras (Cuth), de Confederatie van de werknemers van Honduras (CTH), de Algemene  Confederatie van de Werkenden (CGT), het collectief van Hondurese vrouwen (Codemuh), het Volksblok (Bloque Popular), de Gecoördineerde Unie van Bananenwerkers (Cosiba), middelbare en universitaire studenten en andere leden van de Hondurese bevolking waaronder natuurlijk ook de leden van het Nationale Front van volksverzet (FNRP) 

De beslissing voor de burgerstaking van 7 september  werd genomen op maandag 30 augustus; tijdens een «Open Algemene Vergadering», die door iedereen kon worden bijgewoond, zonder enige voorwaarde van vertegenwoordiging. Verzetscoördinator Barahona legde er tijdens deze vergadering ook sterk de nadruk op dat de geplande actie een herhaling betekent van de uitdrukkelijke afwijzing van het FNRP van het regime van Porfirio Lobo Sosa .

Carlos H. Reyes algemeen secretaris van Stibys , één van de meest militante vakbondsorganisaties van het Verzet verklaarde  dat het op het eerste zicht blijkt alsof  Honduras  te maken heeft met syndicale  conflicten maar dat dit in essentie politieke conflicten zijn  als gevolg van de verscherping van de klassenstrijd.

Edgardo Casaña – vakbondsleider van de onderwijssector (Coprumh) – gebruikte hetzelfde criterium door uit te leggen dat de regering Lobo tracht het Verzet te verdelen door individueel te onderhandelen met verschillende sectoren die lid zijn van het Frente. Dit was  het geval de afgelopen weken met de leerkrachtenunie en de boeren die georganiseerd zijn in de Verenigde Boerenbeweging MUCA Aguan. Doch in scherp contrast hiermee staat het feit dat de vakbondsleiders uit de onderwijssector hun onvoorwaardelijke steun voor zowel de burgerstaking als voor de algemene staking hebben uitgesproken, ook na de voorlopig afgelopen onderhandelingen van vorige week. De onderwijssector is zeer op haar hoede dat er geen letter van het akkoord wordt verdraaid of ondermijnd. Gebeurt dat wel, dan trekken ze onmiddellijk terug de straten op, verklaarde Jaime Rodriguez, secretaris van de vakbond van de leerkrachten uit het secundaire onderwijs. 
Carlos H. Reyes riep de mensen op om zichzelf te organiseren daar het Verzet geen middelen heeft om zich over heel het land te gaan verplaatsen. “ Het is niet nodig om te wachten op zogenaamde briljante koppen die jullie in je eigen gemeenschap komen vertellen wat je te doen staat , jullie kunnen dit zelf ! “

Reyes legde ook nog uit dat vóór de inplanting van het neoliberale model in het land  er meer werknemers in de privéonderneming dan in de overheidssector syndicaal  georganiseerd waren. Nu is dit het omgekeerde, er zijn meer vakbonden in de publieke sector doordat vakbonden vernietigd en “verboden” werden binnen het privé -bedrijfsleven en dit vooral in de vrijhandelszones waar ze al jaren op een loonsaanpassing wachten.

Het Nationaal Front van Volksverzet (FNRP) roept ook op  voor een nationale mobilisatie op 15 september, wat samenvalt met de  viering van de 189e verjaardag van de onafhankelijkheid van Spanje. Dit is ook de dag dat het aantal handtekeningen zal bekend gemaakt worden, die verzameld werden ter ondersteuning van de organisatie van de grondwettelijke vergadering. De kaap van een miljoen werd begin deze week bereikt !